Hoe de standaard startmap in Windows Terminal te wijzigen

Windows Terminal, uitgebracht in 2019, is een nieuwe, snelle en krachtige opdrachtregeltoepassing met meerdere tabbladen die speciaal is ontwikkeld voor Windows 10-gebruikers. Het is een nieuwe terminaltoepassing waarmee u toegang hebt tot veel opdrachtregelprogramma's en shells, zoals Command Prompt, PowerShell en WSL (Windows Subsystem for Linux).

De Windows Terminal-app biedt veel functies, waaronder meerdere tabbladen, panelen, ondersteuning voor Unicode- en UTF-8-tekens, GPU-versnelde tekstweergave, thema's en tekst, kleuren, achtergronden en aanpassingen van sneltoetsen.

Windows Terminal wordt alleen ondersteund door Windows 10 build 18362 (of hoger). De Windows Terminal-applicatie kan worden gedownload en geïnstalleerd vanuit de Microsoft App Store. Wanneer u de terminal opent, begint deze met een standaardmap. In dit bericht laten we u zien hoe u de standaard startmap in Windows Terminal op uw Windows 10-computer kunt wijzigen.

De startmap in Windows Terminal wijzigen vanuit het bestand Settings.json

Wanneer u Windows Terminal opent, begint het meestal met een standaard startmappad naar uw gebruikersaccountmap op uw computer. Het standaard directorypad is C:GebruikersUSERNAME.

De standaardmap kan worden gewijzigd in 'Instellingen' van de Windows Terminal. De gebruikersinterface voor instellingen is echter nog niet volledig geïntegreerd, dus wanneer u toegang probeert te krijgen tot instellingen, wordt een JSON-bestand geopend waarin u de code handmatig kunt bewerken om de Windows Terminal-instellingen te wijzigen.

Open de Windows Terminal-applicatie en klik op de pijl naar beneden boven in het venster. Klik vervolgens op 'Instellingen'.

Dit opent een instellingen.json bestand in uw standaard teksteditor of code-editor. Het bestand ziet eruit zoals het wordt weergegeven in de volgende afbeelding. Dit bestand bevat de code voor uw instellingen in de Terminal-toepassing.

Onder 'standaard'-code kunt u de profielinstellingen van uw opdrachtregelprogramma's zoals Command Prompt, PowerShell en WSL bewerken.

U kunt voor elk profiel een unieke startdirectory maken. Het enige wat u hoeft te doen is een eigenschap "startmap" toe te voegen aan elk profiel dat u wilt wijzigen. Dat kan met de volgende code.

"startingDirectory": "Directorypad\"

Zoals u kunt zien, stellen we in het volgende voorbeeld het pad 'C:\' in als de startmap voor de Windows Powershell. Zorg er ook voor dat u 'komma (')' toevoegt aan het einde van de eigenschap 'verborgen'.

In dit voorbeeld hebben we een nieuwe startmap toegevoegd voor zowel Windows Powershell als de opdrachtprompt. Nadat u de code hebt toegevoegd, slaat u het bestand op, sluit u de Terminal en start u het opnieuw.

De volgende keer wordt het opdrachtregelprogramma op het nieuwe pad gestart.

Nu hebben beide opdrachtregelprogramma's een nieuwe startdirectory waar u uw opdrachten kunt typen.